De dagen worden korter en de temperatuur gaat langzaam omlaag, nat en vochtig, winderig weer kenmerkt de herfst. Geen feestje voor insecten, die warme zonnestalen nodig hebben om te kunnen bewegen. Dan is het ook niet raar dat deze dieren zorgen dat ze een veilig onderkomen zoeken, als het winter wordt. De een doet dat door eitjes goed te verstoppen, de ander gaat als rups of larve de winter in, weer anderen zijn jong volwassenen die stilletjes de winter afwachten tot de temperatuur in het voorjaar weer omhoog gaat. Zodoende dat je in de herfst en winter geen last hebt van plaaginsecten, die je planten opeten.
Het grote ‘eten en gegeten worden’ festijn
Een natuurlijk evenwicht in je tuin voorkomt ‘plagen’ in je tuin. De natuurlijke vijanden eten dan deze plaagdieren voor je op. Daar kun je als tuineigenaar handig gebruik van maken door meer beestjes aan te trekken. Dat vergroot meteen de biodiversiteit in je tuin, want die beestjes trekken weer andere beestjes aan. Het grote ‘eten en gegeten worden’ festijn kan beginnen.
Wat gebeurt er als wij als tuineigenaren plaagdieren zelf gaan doden? Of dat nou met water, azijn, ouderwetse huismiddeltjes of toegestane biologische middelen is, dat maakt eigenlijk niet uit. Het feit is dat we het voedsel van andere dieren weghalen. Met als gevolg dat de aanwezige natuurlijke vijanden vertrekken uit de tuin en hun voedsel ergens anders gaan zoeken. Door super snelle voortplanting groeien de plaagdieren uit tot een grote groep, omdat niemand ze in toom houdt. En dan heb je een plaag.
Natuurlijke vijanden
Je denkt bij natuurlijke vijanden misschien als eerste aan vogels, spitsmuizen, padden, kikkers, egels en spinnen, een veel grotere groep vormen de insecten. We kennen allemaal het lieveheersbeestje, maar er zijn ook veel verschillende zweefvliegen, sluipwespen, gaasvliegen, roofwantsen, oorwormen, kortschildkevers en loopkevers, die zelf (als imago) of als larve afhankelijk zijn van plaagdieren. Zij hebben bladluizen, rupsen en andere plantzuigende of bladetende insecten nodig om te overleven.
Het mooiste is als deze natuurlijke vijanden een overwinterplek hebben in je tuin. Ze gebruiken daar uitgebloeide bloemen, holle stengels, schors, verdorde bladeren voor. Na de winter als het frisse groen er weer doorkomt, is het vroeg genoeg om dood materiaal weg te halen. Let wel op dat je afgeknipte stengels nog even laat liggen zodat de beestjes eruit kunnen kruipen. Op deze manier zijn ze al in je tuin als de plaaginsecten in het voorjaar oprukken en voorkom je een plaag.
Een biodiverse strooisellaag zorgt er bovendien voor dat de slakkeneitjes en baby slakjes opgegeten worden voordat ze groot worden. Wat voorkomt dat je een slakkeninvasie krijgt. Laat het afgevallen blad tussen de planten liggen om te verteren. Het duurt misschien even voordat het natuurlijk evenwicht hersteld is in de tuin… geduld is hier letterlijk een schone zaak.