Vroeger werd het zelf aanbevolen om te spitten en de vorst erover te laten gaan. De vorst zou de grond dan openbreken en op die manier luchtiger maken. Tegenwoordig doen steeds meer mensen aan no-dig. Niet zelf de bodem luchtig maken door spierkracht maar door het aanwezige bodemleger in te zetten. Dat doe je door alle organisme in je bodem te vertroetelen met genoeg te eten in de vorm van (blad)compost, een dekentje van bladeren afgedekt met takken of jutten zakken.
Een andere vorm van bedekking zijn natuurlijk de gewassen die gedurende de winter op het land blijven staan. Denk aan prei, boerenkool, palmkool en spruiten, opkomende sprietjes van de geplante knoflook. Wat opvalt is dat dit allemaal ijle planten zijn waar omheen de grond onbedekt is. Als je slim bent, zaai je nog veldsla of winterpostelein of winterspinazie. Dan zorg je ook voor een groen oogstbaar dekentje.
Verdichting voorkomen
Als er maar een bedekking is. Dat is het belangrijkste. Die bedekking voorkomt dat de regen en hagel de grond verdichten. Elke regendruppel is als een klein hamertje dat op de grond slaat. Verder spoelt dit regenwater waardevolle voedingstoffen de bodem in waardoor ze niet meer bereikbaar zijn voor de plantenwortels in de bovenste laag.
Planten zijn de meeste natuurlijke vorm van bedekking. Als je een stuk land onbedekt laat, dan groeit er in no time van alles. Dit principe gaat bij de moestuin niet op. Daar willen wij bepalen welke planten we erin zetten. In de zomer lukt dat aardig, maar in de winter bevriezen de eenjarige die van zomerse temperaturen houden. Een handje vol gewassen staat dan nog op het land om te oogsten. De gemiddelde moestuin ligt er in de winter kaal bij.

Veldsla
Om er voor te zorgen dat de bodem bedekt wordt, heeft de natuur iets slims bedacht: planten die in het najaar kiemen en met een rozet laag bij de grond gestaag doorgroeien en zo de bodem bedekken. Van deze inheemse planten zijn we niet gediend, we noemen ze onkruid. Wat als je er eens op een andere manier naar zou kijken? Dat je deze planten juist gaat waarderen omdat ze voor bedekking zorgen. Je met deze groep planten eigenlijk niets hoeft omdat ze toch vanzelf weer verdwijnen…
Winterannuellen
Deze groep eenjarigen behoort tot de winteranuellen: een speciale groep waarvan de zaden kiemen in het najaar. Ze gaan als rozetjes plat bij de grond de winter in. Door antivries in hun bladeren hebben ze geen last van de vorst. Zelfs als ze bevroren zijn, donkergroen en slap zijn als ze een pak sneeuw over zich heen hebben gekregen, dan nog komen de rozetjes zodra het weer dooit weer in vorm. En dan hebben ze haast, want ze moeten zoveel mogelijk zonlicht op vangen nu er nog geen blad aan de bomen zit. Tegen de tijd dat de bladeren aan de bomen verschijnen, hebben deze plantjes al gebloeid, zijn bestoven en hebben al zaad gezet. De zaden liggen de hele zomer te wachten tot het koeler en natter wordt.
Vroegeling
Een paar jaar geleden kreeg in tijdens een online Onkruidspreekuur dat ik maandelijks houd, een vraag van een cursist dat haar paarden wei helemaal wit was. Gezien de tijd van het jaar, vermoedde ik dat het vroegeling was. Een klein plantje dat als rozetje overwintert met zijn puntige blaadjes. Het is net een sterretje. Ze was niet gerust op zo’n grote aantallen. Ik begrijp dat je hiervan kunt schrikken als je niet weet welk plantje het is en hoe het groeit. Dan kan het overweldigd overkomen. Toch wil ik vragen om dit eens te overwegen. Het plantje gaat bloeien als er genoeg warmte is, grote kans dat dan ook de eerste insecten weer gaan vliegen en die kunnen zich dan tegoed doen aan het nectar en stuifmeel. Na de bloei verdwijnt vroegeling vanzelf weer. Niks om je zorgen over te maken dus.
Kleine veldkers
Een ander veelvoorkomend onkruidje is kleine veldkers, de eerste foto. Je komt hem en zijn harige broertje bosveldkers op vele plaatsen tegen, tussen bestrating, in potten en op de moestuinbedden. Als je oplet zie je deze rozetjes overal opduiken in het najaar. Knip ze eens met een klein schaartje af boven de grond en proef nadat je het gewassen hebt eens. De smaak is identiek aan tuinkers. Niet gek als je bedenkt dat ze familie van elkaar zijn. Je hoeft je geen zorgen te maken of het worteltje opnieuw uitloopt, dat doet hij niet.
Eet je hem niet op, dan bloeit hij onopvallend wit en produceert veel zaad voor zo’n klein plantje. Deze zaden zijn oliehoudend, waardoor ze nog lang kiemkrachtig zijn. Hij zal dus blijven terugkomen. Is dat erg? Niet als je bedenkt dat dit rozetje de bodem bedekt en weer afsterft in de zomer. Wist je dat de zaden als ze rijpen onder spanning komen te staan in het zadendoosjes (hauwtje genoemd) en met enorme kracht worden weggeslingerd als ze rijp zijn.
Nog een leuke eenjarige winterannuel is de paarse dovenetel. Deze vormt weliswaar geen rozet, maar wel in het najaar kiemt om gestaag te groeien.

Dovenetels
Witte, gevlekte of gele dovenetel zijn vaste planten die heel enthousiast kunnen zijn met hun uitlopers die boven de grond steeds meer tuin koloniseren. Die kunnen de dovenetel familie een slechte naam geven. Echter paarse dovenetel is anders: een soort benjamin. Het kleine broertje dat zich niet door uitlopers maar door zaden verspreid. De bloemetjes zijn ook veel kleiner dan die van zijn grotere broers. De zaden van deze eenjarige plant worden door mieren verspreid. Vandaar dat je ze op rare plekken kunt tegenkomen. Deze plant houdt van vruchtbare grond, vandaar dat hij braakliggende akkers of moestuinbedden uitkiest om zich te vestigen. De bloemen worden heel graag door bijen bezocht. Lekker laten staan dus voor een paars bloementapijt.
En iedereen die ook bloemen kweekt in de moestuin weet dat er best veel bloemen zijn die als klein plantje de winter ingaan. Overal kun je zaailingen tegenkomen van korenbloem, goudsbloem, juffertje in ’t groen, bolderik, klaprozen of vergeet-me-nietjes. Deze bloemen stonden vroeger als akkeronkruiden te boek. Nu wil je ze misschien wel koesteren en eventueel in het voorjaar op een andere plek zetten.

Je kunt er voor kiezen om eens anders tegen deze planten aan te kijken. Voordat je ze een volgende keer omver schoffelt of ze eruit wiedt, sta eens stil bij de pluspunten die deze planten bieden. Ze bedekken de bodem, zorgen al vroeg voor nectar en stuifmeel voor allerlei insecten en ze geven kleur aan je tuin met hun bladeren en bloemen.
Suze Peters is schrijfster van het Onkruidboek en Plaagdierboek en geeft lezingen.
Eerder verschenen in de Tuinliefhebber
Nog meer leren over wat bepaalde onkruiden over je bodem zeggen? Lees ook de blog Met onkruid je bodem lezen
Tuinschool online podcast, beluister via spotify

